Historiek en locatie
De saneringslocatie bevindt zich in een woonzone. Op het terrein werd in de 19de eeuw een gasfabriek geëxploiteerd. Op basis van de oude plannen was er in die periode sprake van twee fabrieken. Er wordt van uitgegaan dat na stopzetting van de exploitatie de gasfabriek werd afgebroken en het afbraakmateriaal werd verspreid over het terrein (puinhoudende aanvullaag).
De huidige Van Craesbeeckstraat situeert zich tussen twee appartementsblokken dwars over het voormalige terrein van de gasfabriek. Alle woonblokken zijn onderkelderd met een kelder tot ca. 2 m-mv. Ten tijde van de saneringswerken stonden de woonblokken op het terrein leeg in afwachting van een renovatieproject.
De woonblokken ten oosten van de Van Craesbeeckstraat vormen een rechthoekig geheel met in het midden een binnenkoer die bereikbaar is via de Van Craesbeeckstraat langsheen 2 toegangspoorten die een onderdoorgang onder het appartementsblok maken. Een gelijkaardige situatie bevindt zich achter de woonblokken ten westen van de Van Craesbeeckstraat. Op deze westelijke koer bevinden zich voor aanvang van de saneringswerken nog 2 ondergrondse stookolietanks die vroeger buitengebruik werden gesteld.
Op de binnenkoer van het oostelijk woningblok zijn 4 ondergrondse septische systemen aanwezig. Dit zijn putten bestaande uit een bacteriënbed en een septische put met een omvang van telkens ca. 10 m x 2,8 m. Ook op de koer van het westelijk woningblok zijn 2 dergelijke septische systemen aanwezig.
Verontreinigingen
Op het terrein van de voormalige gasfabriek gelegen aan de Van Craesbeeckstraat / Kronenburgstraat / Willem Lepelstraat / Nationalestraat te Antwerpen werden bij het uitvoeren van de bodemonderzoeken onderstaande verontreinigingen vastgesteld waarvoor bodemsanering noodzakelijk was:
- Een historische verontreiniging met zware metalen, PAK en cyaniden in het vaste deel van de aarde en met cyaniden in het grondwater gelinkt aan de aanvullaag.
- Een historische verontreiniging met minerale olie, benzeen en PAK in het vaste deel van de aarde en met minerale olie en PAK in het grondwater (verontreinigingskern I).
- Een historische verontreiniging met benzeen (en minerale olie) in het vaste deel van de aarde (verontreinigingskern II).
- Een historische verontreiniging met minerale olie en benzeen in het vaste deel van de aarde (verontreinigingskern III).
Beschrijving saneringswerken
In eerste instantie werden volgende voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd:
- Het uitvoeren van een tegensprekelijke plaatsbeschrijving;
- Plaatsen en inmeten van zettingsbouten;
- Opvragen van plannen kabels en leidingen (KLIP)
- Werfinrichting.
Ter plaatse werd allereerst gestart met het verwijderen van alle tegelverhardingen en werd de dakplaat van de kelder ter hoogte van de doorgang naar de binnenkoer gestut.
De bodemsanering van de verontreinigde aanvullaag werd uitgevoerd door het ontgraven van 70 cm van de verontreiniging en vervolgens het aanbrengen van een leeflaag van 70 cm. De leeflaagsanering vond plaats ter hoogte van de voortuinen in de Willem Lepelstraat, de westelijke binnenkoer en het zuidelijk gedeelte van de oostelijke binnenkoer.
Ter hoogte van de voortuin van het woningblok gelegen aan de Willem Lepelstraat (percelen 2462 F en 2462 G) werd een bijkomende ontgraving uitgevoerd van de aanvullaag tot 2,5 m-mv. Hierbij werd mootsgewijs ontgraven aan de zijde van het woningblok en aan de straatzijde.
De bodemsanering van verontreinigingskern I gesitueerd op de binnenkoer van het oostelijk woningblok werd uitgevoerd door ontgraven van de verontreiniging tot 6 m-mv en lokaal tot 8 m-mv. Hierbij werd een mootsgewijze ontgraving en een ontgraving met behulp van beschoeiingskisten uitgevoerd als stabieltechnische maatregelen. Door middel van een deepwells werd het grondwater lokaal verlaagd ten einde de ontgraving uit te voeren in den droge. Het opgepompte verontreinigde grondwater werd na zuivering (GWZI 10 m³/uur – olie-waterafscheider en twee waterzijdig actief koolfilters) geloosd op de riolering.
Op de binnenplaats van de Fierensblokken lag er binnen de contour van ontgraving een zuiveringsstelsel met “bacteriors”, incl. alle aansluitingen, die binnen de contour van ontgraving verwijderd dienden te worden na lediging en cleaning.
De bodemsanering van verontreinigingskern II gesitueerd op de binnenkoer van het oostelijk woningblok wordt uitgevoerd door ontgraven van de verontreiniging tot 2,5 m-mv.
De bodemsanering van verontreinigingskern III heeft betrekking op het gedeelte gesitueerd in de voortuin van de woningblokken gelegen aan de Van Craesbeeckstraat (percelen 2462 P en 2462 A2) en zal in een latere fase worden uitgevoerd en maken aldus geen deel uit van de huidige saneringswerken.
Alle verontreinigde gronden werden afgevoerd naar een grondreinigingscentrum voor fysico-chemische of thermische grondreiniging. In totaal werd 6.150 ton afgevoerd voor verwerking.
Tijdens de ontgravingswerken werd de contour van de funderingen van de voormalige gasfabriek teruggevonden en opgebroken. Ook werd 53 ton pure teer aangetroffen dat werd afgevoerd naar een erkende verwerker.
Na het uitvoeren van de bodemsaneringswerken werd de werf opgekuist. Gezien het terrein deel uitmaakt van een herontwikkelingsproject werd na de heraanvullingswerken geen bijkomende afwerking voorzien.